Uitleg aanvraagformulier leerlingenvervoer

Uitleg per vraag:

Vraag 1: Gegevens aanvrager

Met het begrip ‘aanvrager’ bedoelen we: ouders, voogden of verzorgers van leerlingen.

Vraag 2: Gegevens leerling

• Vul hier de officiële naam in van de leerling zoals deze bij de burgerlijke stand bekend is.
• Het verblijfadres van de woning waar de leerling verblijft en van waaruit de school wordt bezocht moet worden ingevuld.
• Het burger service nummer (BSN) staat in het paspoort of identiteitskaart.
• Heeft de leerling een extra verblijfadres i.v.m. co-ouderschap of BSO? Dan moet u het adres hier aangeven. Als het adres in een andere gemeente ligt, dan moet u bij deze gemeente ook een aanvraag doen. De leerling kan vanaf maximaal 2 verschillende structurele adressen gebruik maken van het Leerlingenvervoer.

Vraag 3: Reden van vervoer

Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het naar school brengen van hun kind. Het Leerlingenvervoer wordt niet automatisch in de vorm van aangepast vervoer toegekend wanneer ouders wegens werk of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen. Er wordt door de gemeente beoordeeld welke vorm van passend vervoer nodig is. Deze beoordeling vindt plaats door bijvoorbeeld het voeren van een keukentafelgesprek en/ of opvragen van medisch advies of het Ontwikkel Perspectief Plan (OPP) op school.
De passende vervoersvoorziening wordt bepaald door de leeftijd, de mogelijkheden van de leerling, de gezinssituatie en de infrastructurele mogelijkheden (zoals de verkeerssituatie en de voorzieningen voor openbaar vervoer) op het traject woning- school en terug.

De verordening Leerlingenvervoer gaat uit van mogelijkheden van ouder én leerling.

Is een leerling in staat om met de fiets of met openbaar vervoer (OV) naar school te reizen? Dan wordt een voorziening voor aangepast vervoer niet toegekend.

Er wordt eerst gekeken of vervoer per openbaar vervoer of fiets (alleen of met begeleiding) of vervoer door ouders of het sociale netwerk mogelijk is. Pas als deze mogelijkheden geen optie zijn, dan wordt aangepast vervoer ingezet.

Aangepast vervoer vindt meestal plaats in taxibusjes. Leerlingen kunnen niet met de taxi individueel worden vervoerd.

De noodzakelijke kosten verbonden aan weekeinde- en vakantievervoer worden vergoed als de leerling in een internaat zit of in een pleeggezin verblijft met het oog op het volgen van passend (voortgezet) onderwijs. Als er andere redenen voor dit verblijf zijn, bijvoorbeeld sociale of medische redenen en er vervoer noodzakelijk is vanuit de woning naar een medisch kinderdagverblijf dan valt dat niet onder het Leerlingenvervoer

Vraag 4: Ingangsdatum

Geef hier de gewenste ingangsdatum van de vergoeding aan. Als het bekend is dat de leerling nu naar groep 5 gaat en tot en met groep 8 op deze school zit, geef dit dan aan. De gemeente bepaalt de tijdsduur van de vergoeding. De tijdsduur wordt mogelijk voor de gehele schoolperiode vastgesteld, als de situatie niet wijzigt. Een vergoeding kan niet met terugwerkende kracht worden verstrekt.

Vraag 5: Gegevens school /stage

Met richting wordt bedoeld een bijzondere basisschool met een levens beschouwelijke richting (reformatorische, hindoeïstisch of antroposofisch). Een onderwijskundige richting (bijvoorbeeld Jenaplan of Montessorionderwijs) is geen reden om leerlingenvervoer te krijgen. Als u bezwaar heeft tegen het openbaar onderwijs of de richting van het onderwijs van dichterbij gelegen bijzondere scholen, moet een schriftelijke verklaring bij de aanvraag worden toegevoegd. De gemeente beoordeelt of het Leerlingenvervoer wordt toegekend.

Stage vervoer

De stageplaats moet onderdeel zijn van het onderwijsprogramma. Het moet de dichtstbijzijnde stage mogelijkheid zijn. Het is noodzakelijk om de stagetijden aan de schooltijden aan te passen. De leerling wordt niet op afwijkende tijden van de schooltijd vervoerd naar een stageadres.

Vraag 6: Soort onderwijs

Ouders komen in aanmerking voor een vergoeding als de zoon of dochter:

• Een beperking heeft en hij/zij een bijzondere levensbeschouwelijke richting van het basis- en voortgezet onderwijs bezoekt en de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt.
• Een speciale school voor basisonderwijs (SBO) bezoekt en de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt.
• Een school voor (voorgezet) speciaal onderwijs (SO/VSO) bezoekt en de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt.
• Er wordt beoordeeld op de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

Clusters

De scholen voor speciaal onderwijs zijn verdeeld in vier clusters:

• Cluster 1: scholen voor visueel beperkte kinderen, of meervoudig beperkte kinderen met een visuele beperking.
• Cluster 2: scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden of kinderen met een stoornis in het autisme spectrum, waarbij de communicatieve beperking voorop staat, of meervoudig beperkte kinderen die doof of slechthorend en verstandelijk beperkt zijn.
• Cluster 3: scholen voor lichamelijk beperkte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke beperking, of meervoudig beperkte kinderen die lichamelijk èn verstandelijk beperkt zijn of zeer ernstig verstandelijk beperkt zijn.
• Cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige  gedragsstoornissen.  Hiertoe
  behoren de scholen voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen, de Pedologisch Instituten en de scholen voor langdurig zieke kinderen met een psychiatrische beperking.
•  ISK: Internationale Schakel Klas.

Verklaring 1 

Met de inschrijving van de school wordt aangetoond dat deze school passend onderwijs aan de leerling kan bieden. Als een dichterbij gelegen school het onderwijs niet kan bieden, kunnen de ouders hiervan een afwijzende verklaring van de inschrijving overleggen met de gemeente.

Verklaring 2 

Als de leerling vanwege een beperking niet naar de dichtstbijzijnde reguliere school kan gaan, dan wordt er in de meeste gevallen een Toelaatbaarheidsverklaring door het samenwerkingsverband afgegeven. Hier staat in vermeld dat deze school passend onderwijs kan bieden en voor welke periode de leerling naar deze school gaat. Ook wordt er dan door de school een Ontwikkel Perspectief Plan (OPP) opgesteld. Hierin staat in het kader van het Leerlingenvervoer omschreven of de leerling in staat is om, mogelijk in de toekomst, zelfstandig naar school te reizen. Deze informatie in een onderdeel van het onderzoek, mede om te bepalen met welke vorm van vervoer de leerling naar school kan gaan en voor welke periode. Voor deze formulieren kunt u contact opnemen met de directie of de contactpersoon binnen de school.

Vraag 7: Weekoverzicht

Vul in het weekoverzicht de adressen in waar de leerling per dag naartoe moet worden gebracht. Als de leerling 2 adressen heeft, geef dit dan aan in het overzicht, zie vraag 2. Als er meerdere school/ stageadressen zijn, vul deze ook in.
Vul in het schema de schooltijden in waarop de les begint en eindigt. Deze tijden staan in de schoolgids. Het leerlingenvervoer is aangesloten op de begin en eindtijd van de school, voor incidentele uitval van lesuren wordt het vervoer niet gewijzigd. De studiedagen die begin van het schooljaar bekend zijn uit de schoolgids/ het schoolplan, zijn bekend bij de vervoerder. Als er tussentijds extra studiedagen of vrije dagen zijn, moet u dit doorgeven aan de vervoerder.

Vraag 8: Soort vervoer

Als een leerling in aanmerking komt voor Leerlingenvervoer, dan worden in 1e instantie de kosten van fietsen of openbaar vervoer vergoed. Begeleiding van een leerling, aangepast vervoer of eigen vervoer kan door bijzondere omstandigheden worden toegestaan of noodzakelijk worden geacht. Dit blijkt dan uit onderzoek.
Steeds zal een afweging worden gemaakt of het soort vervoer dat wordt gevraagd voor de leerling passend is en op de voor de gemeente goedkoopste wijze kan worden uitgevoerd. Dat kan leiden tot toekenning van een ander soort vervoer of vergoeding dan is aangevraagd.

Onder openbaar vervoer wordt verstaan: 

Vervoer volgens een dienstregeling per trein, bus of auto. Als de leerling met het openbaar vervoer naar school kan en begeleiding hierbij noodzakelijk is, zijn de ouders hiervoor verantwoordelijk. Wanneer het begeleiden door ouders of anderen onmogelijk is, dan wordt u gevraagd dit duidelijk aan te tonen. De leerling kan in het openbaar vervoer gebruik maken van een Voor Elkaar Pas van Arriva. Hiermee reist de leerling gratis met OV met de bus en kan er gratis een begeleider met de leerling meereizen

Onder eigen vervoer wordt verstaan: 

Vervoer per auto of (brom)fiets. Het eigen vervoer wordt vergoed op basis van de kosten van openbaar vervoer of een kilometervergoeding. De afstand wordt gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. Als u aangeeft uw kind zelf te vervoeren, betekent dit niet dat deze vergoeding automatisch verstrekt wordt. In de overweging wordt ook meegenomen of er geen goedkopere manieren van vervoer mogelijk is.

Onder aangepast vervoer wordt verstaan: 

Vervoer per taxi of bustaxi. Een aanvraag voor aangepast vervoer moet goed worden gemotiveerd. Er wordt uitgegaan van de verantwoordelijkheid van de ouders. Ook als de ouder zelf moet gaan werken, wordt er van uit gegaan dat de ouder hierin rekening houdt met de schooltijden van de leerling. Aangepast vervoer wordt alleen toegekend als kan worden aangetoond dat er echt geen andere opties zijn.

Vraag 9: Bijzonderheden voor de vervoerder

(Medische) gegevens over de leerling die van belang zijn voor de vervoerder om deze te weten. Als er hulpmiddelen met het vervoer mee moeten zoals bijvoorbeeld een (transport)rolstoel, krukken etc. dan moet u dat vermelden. Eventuele andere zaken die van belang zijn voor de vervoerder, kunt u ook in het invulveld melden.

Vraag 10: Bekostiging eigen vervoer 

Maakt de leerling gebruik maak van de fiets, het openbaar vervoer, of u vervoert de leerling zelf, dan kunnen wij u financieel tegemoetkomen. Als het leerlingen-vervoer wordt toegekend, krijgt u bij deze schriftelijke bevestiging ook informatie over de manier van declareren.

Vraag 11: Eigen bijdrage

Voor scholen die onder de Wet op de expertisecentra vallen (speciaal onderwijs), vragen wij geen eigen bijdrage. Zowel het vervoer per taxi, per fiets of per bus wordt 100% vergoed. Wanneer de leerling het basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, kan er bij u wel een drempelbedrag of draagkrachtafhankelijke bijdrage  in rekening worden gebracht.